De dag begint al vroeg vandaag. Om half 7 gaat de wekker al en Monique springt vol enthousiasme uit haar bed. Klaar om de dag te beginnen. Ik volg iets later en iets langzamer, terwijl Monique naar de Starbucks rent om twee koffie te halen.
Rond half 8 skypen we weer een keer met het thuisfront en iets voor achten lopen we naar beneden. Ik ben niet helemaal wakker en wil nog een koffie. We vragen om een ‘dry’ cappuccino, maar als we ze aangereikt krijgen, zijn ze veel te zwaar en ik vraag om nieuwe. Dat is geen probleem en daarna krijgen we lekkere sterke koffie.
Monique rent terug naar de kamer, want zij is haar zonnebril vergeten, terwijl ik beneden blijf kijken naar het gekkenhuis van uitcheckende gasten.
Daarna gaan we buiten wachten. We worden tussen acht en half negen opgehaald door Cajun Pride, maar die laten wel op zich wachten. De doorman komt vragen op wie we wachten en kijkt voor ons uit naar het busje. Als die aan komt rijden, checkt hij voor ons of het de juiste is en roept ons.
We bedanken hem uitbundig en stappen in. In totaal worden 7 personen opgehaald en we hebben alle ruimte.
Als we na een half uurtje bij Cajun Pride aankomen, checken we in en moeten dan nog even wachten tot we vertrekken. We maken van de gelegenheid gebruik om nog een pitstop te maken en ik krijg gezelschap van een kat die gezellig met me mee loopt. De kat springt op de wastafel en begint te mauwen. Of ik even de kraan open wil zetten, want meneer of mevrouw heeft dorst! Ik ben natuurlijk de beroerdste niet en zet gedwee de kraan open.
Dan worden we al snel geroepen door Nolan, onze gids voor vandaag. Hij lijkt rechtstreeks uit de bayou te komen en ik zie hem wel in een van die hutjes wonen. Als we net op de boot zitten, zien we de eerste alligator al zwemmen. Nolan voert haar een marshmellow die de alligator met veel plezier verorbert. Dan komen een aantal kleinere alligators aan zwemmen. Die willen er ook wel een.
Nolan vertelt dat Cajun Pride eigenaar is van een groot deel van het moerasgebied en het dus ook beheert. Daarnaast beheren ze nog een groot ander deel. Een voordeel hiervan is, is dat in dit deel niet gejaagd mag worden en er dus veel wild te zien is. Ook vertelt hij dat in andere delen heel veel boten rondvaren. De meeste gidsen voeren de dieren hotdogs en dat heeft tot gevolg dat veel dieren overvoerd worden en zich niet meer laten zien. Daar heeft Cajun Pride dus geen last van.
Terwijl we rustig verder varen, vertelt Nolan de legende over Julia Brown, een dame die aan voodoo deed en in 1915 overleed. Iedereen in het dorp was bang voor haar, vanwege de teksten die ze zong. Een voorbeeld van wat ze zong is dat als ze dood zou gaan het hele dorp mee zou nemen.
Als ze daadwerkelijk overlijdt en iedereen aanwezig is bij haar begrafenis – men wilde zeker weten dat ze weg was – kwam er een orkaan die op 22 man na iedereen doodde. Julia is ook apart van de rest begraven, men wilde haar niet bij de anderen begraven. Nolan vertelt dat een televisie programma hier in het afgelopen jaar gefilmd heeft om te kijken of het er spookt. De regisseur heeft verteld dat van alle moerassen dit moeras het meest spookt! Nolan zegt zelf al dat hij niet zo goed weet wat er van waar is, maar dit soort verhalen intrigeren wel. Mij in ieder geval.
Dan wil Nolan ons laten zien waar hij woont. We gaan een bocht om en daar staat een hutje van niets. Natuurlijk woont Nolan hier niet. Dit hutje werd vroeger gebruikt door zogenoemde trappers, een soort van jagers. In de afgelopen twee jaar is het nog een keer gebruikt om een videoclip op te nemen, maar van wie wordt in het midden gelaten.
Ineens zien we wasberen aan komen lopen. Volgens Nolan de meest smerige beesten die werkelijk van alles bij zich dragen. Van een afstandje ziet het er echter schattig uit en ook zij worden getrakteerd op marshmellows.
We varen verder, maar snel gaat het niet. Om de haverklap komen alligators aan zwemmen en ineens zien we een joekel! Voor haar spietst Nolan een paar marshmellows op een stok met een spies en houdt die boven het water. De alligator komt omhoog en ik heb een voortreffelijk zicht op de kaak en tanden. Hmmm… daar stop ik mijn vingers niet tussen!
Even later zien we nog een joekel van een alligator. Deze krijgt een hotdog van Nolan, maar de alligator grijpt mis en de hotdog valt in het water. Verder zien we schildpadden, Monique spot grote vissen en dan legt Nolan de boot stil. Hij draait zich om en opent een bak en haalt daar een kleine alligator uit. De alligator vindt het zo te zien allemaal prima. Nolan vraagt wie hem wil vasthouden en verschillende mensen steken hun hand op. Ook Monique houdt het beestje vast, terwijl ik daar de foto’s van maak. Ik hoef niet zo nodig, maar wrijf wel even over zijn rug. Ik verbaas me erover hoe glad en droog het beestje aan voelt.
We varen weer verder en komen in een gedeelte waar het water blijkbaar te warm wordt, want de alligators liggen allemaal op de oever in de schaduw. Tot we ineens een paar ogen boven het water uit zien steken. Er ligt nog, volgens Nolan de grootste hier, een alligator in het water. Jammer genoeg laat hij zich niet verleiden om verder uit het water te komen of naar ons toe te komen. De marshmellows die Nolan naar hem toe gooit, worden snel weggepikt door de kleinere.
We zien nog een wasberen familie en dan beginnen we weer aan de terug tocht. Nolan vertelt dat hij een echte Cajun is en dat hij is opgegroeid in een klein plaatsje waar de moderne wereld nog niet echt was doorgedrongen. Terwijl zijn vrienden op school zaten en lekker aan het sporten waren, moest hij met zijn vader mee om te vissen. Uiteindelijk is hij naar New Orleans vertrokken waar hij tot 1996 gewerkt heeft als brandweerman. Sinds zijn pensioen doet hij deze tochten.
Hij vertelt dat zijn opa en oma het Cajun Frans spraken en geen Engels. Zelf spreekt hij bijna geen Cajun Frans, omdat dat ouders werd afgeraden. Tegenwoordig worden kinderen weer tweetalig opgevoed en wordt de taal ook weer op school gegeven.
Als we weer bij het incheckpoint aankomen, bedanken we Nolan hartelijk en met een half uurtje staan we weer bij het hotel. Ik wil vanmiddag heel graag naar het museum en we gaan even terug naar de kamer om de juiste locatie te zoeken. Daarna gaan we eerst lunchen, maar het duurt even voor we een restaurant hebben gevonden, waar ze gewoon sandwiches serveren. Eindelijk vinden we die en we bestellen allebei wat. Monique neemt een lokale specialiteit, een po boy met rosbief. Ik vergelijk het met een broodje warm vlees, maar het wordt pok geserveerd met vis of garnalen. Monique smult. Ik hou het bij een gewone club.
Dan willen we naar de tentoonstelling over orkaan Katrina. We hebben heel bewust gekozen om geen tour door het meest getroffen gebied te doen. We hebben toentertijd heel veel meegekregen, omdat we vlak na die orkaan naar Phoenix vertrokken. Toen ik zag dat er een tentoonstelling was, wilde ik daar heel graag heen, dus zo gezegd, zo gedaan.
We gaan naar binnen en betalen de entree. We lopen naar binnen en komen in een ruimte waar ze het geluid van de wind en het licht nabootsen, terwijl we op drie grote schermen zien wat er gebeurd tijdens een orkaan. Na 10 minuten word ik niet goed van de beelden en het geluid. Het is echt verschrikkelijk om er midden in te staan.
We lopen verder en zien de tijdlijnen van de dagen voorafgaand aan de orkaan. Ook lezen we wat voor voorzorgsmaatregelen er werden genomen. Alle rijbanen die de stad ingaan, werden beschikbaar gesteld voor het uitgaande verkeer. In feite werd de stad dus onbereikbaar voor mensen die de stad in wilden. Dit was om iedereen de kans te geven te vertrekken en des te meer banen beschikbaar zijn, des te sneller gaat de evacuatie.
We lopen rustig verder en komen in de zaal waar ooggetuigen hun verhalen doen. Met tranen in mijn ogen en een brok in mijn keel hoor ik de verhalen aan. De hele hulpverlening deugde natuurlijk van geen kanten. Organisaties die volledig langs elkaar heen werkten. De nationale garde en het leger die niet met elkaar spraken, dus ook geen overleg voerden. We zien de display van een jeans die van een man was die zijn gezin naar Houston stuurde en zelf achterbleef om het huis te bewaken. Hij ging anderen helpen toen het ergste achter de rug was. Uiteindelijk werd hij bang dat hij dood zou gaan, dus schreef hij zijn geboortedatum, sofinummer en het telefoonnummer van zijn vrouw op zijn broek. Hij kan het gelukkig na vertellen… Ziekenhuizen die zonder elektriciteit zaten en ook geen benzine meer hadden om de generatoren draaiende te houden. De opvang in de Superdome, waar de toiletten kapot gingen… Het is echt niet te bevatten wat de mensen hebben meegemaakt. We horen burgers die mensen oppikten in hun roeibootje, hulpverleners, verplegers, artsen en patiënten… we horen een boze burgemeester die uiteindelijk pisnijdig interviews geeft, omdat er totaal geen hulp op gang komt. Alles wat mis kon gaan in de hulpverlening ging mis…
De tentoonstelling eindigt met wat er is gedaan om dit in de toekomst te voorkomen. We lezen dat Nederlandse ingenieurs geconsulteerd zijn door New Orleans en wat de oplossing zou moeten zijn. Helaas lezen we niet of de oplossingen ook doorgevoerd zullen worden.
Dan bekijken we nog een film over de opbouw. Niet het schoonmaakwerk, maar hoe mensen het leven weer hebben opgepakt, wat ze zo prachtig vinden aan New Orleans en waarom ze terug zijn gekomen of zijn gebleven.
Totaal onder de indruk lopen we het museum uit. We vergeten zelfs om te gaan kijken bij de tentoonstelling over Mardi Gras! Ik vraag me af of we toch niet beter een tour hadden kunnen doen. Misschien was dat minder confronterend geweest. We lopen langzaam terug naar het hotel en laten ondertussen alles bezinken.
Rond een uur of zeven gaan we weer op pad voor iets te eten. We eten superlekker op deze laatste avond in New Orleans, terwijl we nog even door mijmeren over de laatste paar dagen.
ja, het is vreselijk wat daar is gebeurd en hoe het is als de hulp verlening
langs elkaar heen werkt.
Wow meiden, wat beleven jullie weer veel stoere, coole en mooie avonturen!!!! X
Hele mooie fotoos van zo’n spannende dag.
Aan een tasje van krokodillenleer gedacht ? Of nu juist niet meer ?
Juist wel! Haha!