Eigenlijk waren we van plan om voor de spits te vertrekken, maar dat lukt van geen kanten. Natuurlijk ben ik allang weer wakker, maar Monique ligt nog te ronken als een berin die een winterslaap houdt. Ik lig wat te internetten, kijk nog even hoe lang het-ook-al-weer rijden is naar Zion (dat blijkt nog geen 3 uur te zijn, maar op een gegeven moment ben ik het echt zat. Gelukkig wordt Monique op dat moment ook weer wakker.
We doen ons ding, pakken alles weer in en proberen ondertussen uit te checken via de tv. Helaas, dat werkt (nog) niet. Dan toch maar naar beneden. Via de express checkout gaat het supersnel. Monique checkt de factuur nog even en als die klopt, sluiten we het systeem af en lopen meteen naar de garage.
De koffers gaan weer achterin, we laten de cooler nog leeglopen, stellen Jack in (alhoewel we nu wel weten welke richting we op moeten) en sjeezen de garage uit. We zijn wel klaar met Las Vegas voor nu. Teveel herrie, te druk, te alles. Alle zintuigen worden continu op scherp gezet. We vinden het altijd wel een fijne tussenstop, maar 2 dagen zijn genoeg. En dan gaan wij meestal nog wel een dag de stad uit.
Al snel rijden we richting Mesquite en St. George. Monique oppert om bij St. George naar Snow Canyon te gaan, maar ik ga liever naar Valley of Fire State Park. Hier in de omgeving schijnt de zon nog. En dat terwijl er al 3 dagen regen wordt verwacht in Las Vegas. Die regen is inmiddels gevallen in Phoenix, waar we vanmorgen weer de beelden zagen van alle wegen die zijn ondergelopen. Gelukkig hoeven we daar nog niet naar toe. Maar we hopen wel dat de buien vandaag uit de omgeving van Zion National Park vertrekken.
We komen bij de afslag naar Valley of Fire en stoppen nog even bij het benzinestation. Het is niet echt nodig om te tanken, maar ik gooi de tank toch nog maar een keer vol. Dan hebben we daar voorlopig geen omkijken meer naar.
Net als we weer op pad zijn, hoor ik ineens een alert binnenkomen op mijn telefoon. Ik heb vanmorgen gelezen dat iedereen met een mobiele telefoon vandaag een test alert krijgt. Zeg maar een NL alert, maar dan voor in de States. Toch fijn dat wij die alerts ook krijgen in geval van wat voor ramp dan ook.
Bij de entree van het park, betalen we de fee van 10 dollar en rijden het park in. Het is hier weer veel warmer dan werd verwacht en we zien al snel de borden met hitte waarschuwingen. Ook staat er best een fors windje, maar dat helpt ook niet tegen de warmte.
Als eerste rijden we de korte scenic loop. Die hebben we, volgens mij, nog nooit eerder gedaan. Het is ook niet indrukwekkend lang, maar we worden wel helemaal blij van de kleuren. Monique is vooral blij dat ze weer haar camera kan gebruiken.
Via de hoofdweg rijden we naar het Visitor center, waar we even een pitstop maken. We bewonderen Peanut de slang, Fred de hagedis en Elvis de slang. Fluffy de tarantula zit niet in zijn aquarium, dus die zien we niet. En dat vind ik helemaal niet erg!
Dan gaan we weer op pad. We rijden een stukje terug naar de rotstekeningen die hoog op een rotswand gevonden zijn. Die kunnen we van dichtbij bekijken via een trap. Als we aan komen rijden, staat het stampvol met mensen op het platform, maar als wij boven staan, zijn we daar met z’n tweeën. Beter!
Dan rijden we door naar Rainbow Vista waar Monique blij wordt van het licht. We maken weer een paar foto’s en rijden dan door naar de White Domes. Hier kun je een trail lopen van een mijl.
Ik heb niet zo’n zin om te wandelen, en al helemaal niet als ik weer een hitte waarschuwing zie staan, maar Monique wil wel een stukje lopen. In eerste instantie gaat Monique alleen op pad, maar dan besluit ik toch om ook te gaan. Ik trek mijn schoenen aan en stop nog wat extra water in mijn rugzak. Ik ben net aan de trail begonnen, als ik Monique aan zie komen. Die zegt dat het veel te heet is, je loopt pal in de zon en dat bord beneden staat er niet voor niets.
Okee, voor zover dus mijn wandeling. We stappen weer in de auto en zien in de verte (de kant die wij op moeten) een hele donkere lucht. Die tegenstrijdigheid van zomerse luchten en storm luchten is wel gaaf om te zien.
We stoppen nog hier en daar, maar rijden dan het park uit. We willen in Mesquite of St. George nog wat boodschappen in slaan voor de komende dagen en we willen eigenlijk ook in het Visitor center van Zion nog navraag doen naar het weer van morgen.
Al snel zien we dat dat niet meer gaat lukken. Zeker niet als we nog een tussenstop maken bij een supermarkt.
In Mesquite scoren we snel wat kleins om te eten en in St. George stoppen we nog bij een Albertson’s voor brood en fruit.
Dan stomen we in een keer door naar het hotel in Springdale. Als we daar aankomen, zijn we zo ingecheckt en kunnen naar de kamer. Monique zegt dat ze wel even buiten had willen zitten, maar dat ze vervolgens een joekel van een spin zag zitten bij een van de stoelen. Laat dus maar! Ik ben alweer genezen.
We eten lekker makkelijk een broodje en gaan daarna relaxen. Inmiddels regent het pijpenstelen en we hopen dat onze plannen voor morgen niet in het water zullen vallen… Letterlijk en figuurlijk!