Van Colorado National Monument wordt gezegd dat het park het mooist is tijdens het Gouden uur. Dus bij zonsopgang en zonsondergang. Gisteravond wilden we er niet op wachten, maar vanmorgen willen we de zonsopgang wel zien. En omdat we toch vroeg wakker zijn, maakt het tijdstip niets uit.
Dus om half 6 sta ik weer naast mijn bed. Monique wil er nog niet aan, maar het gaat wel gebeuren. Om 6 uur gaan we snel wat eten en als we om half 7 het hotel uit lopen, zien we de eerste streepjes licht al. Ook merken we dat er een keiharde wind staat.
Snel gooien we alle spullen in de auto en gaan op weg. We racen het park in en zoeken een goed punt om foto’s te maken. Gelukkig maakt het niet uit op welk uitzichtpunt je gaat staan, want in dit park heb je alleen maar goede plekken.
We zien de zon door de bewolking komen en dat levert spectaculaire plaatjes op. De zon komt supersnel op en veel te snel is het licht te fel om nog goede foto’s te kunnen maken. We stoppen nog wel op een paar plaatsen, maar het licht is niet meer zo mooi. We besluiten dus om op weg te gaan naar Black Canyon of the Gunnison National Park.
Als we bijna bij het einde van de Rim Canyon Drive zijn, staat er ineens een Bighorn sheep langs de weg. Ik stop en hij steekt de weg over. Natuurlijk niet meteen. Nee, dat dier blijft eerst nog argwanend naar ons kijken. Dan loopt hij naar de andere weghelft, ik maak snel een paar foto’s en als we langzaam doorrijden blijft hij me recht aan kijken.
We gaan op weg naar de North Rim van Black Canyon of the Gunnison NP. In 2004 zijn we ook in dit park geweest, maar niet aan deze kant. Er zijn maar 6 uitzichtpunten, dus we hebben daarna nog volop tijd voor de South Rim.
Deze kant van het park is ook helemaal niet druk. We zien in totaal 6 andere auto’s en komen 2 mensen tegen. We staan weer versteld van de enorme rotswanden waar we tegenaan kijken. Ongelooflijk! We lezen later dat het Empire State Building in New York tot net de helft komt.
In de diepte onder ons zien we de Colorado River. Dit deel van de rivier is zo gevaarlijk dat je er alleen mag raften als je zeer ervaren bent, maar zelfs dan hebben ze het liever niet.
Raften gaan we niet doen. Wij houden het vandaag bij het bewonderen van bovenaf. Als we alle uitzichtpunten aan deze kant hebben gezien, gaan we op weg naar de South Rim.
Als we bij Delta komen, moet ik vol in de remmen, omdat een dame besluit om vlak voor ons de straat over te steken. Ik rij op dat moment zo’n 65 mijl per uur, omgerekend 104 kilometer! Gelukkig heb ik een goed reactievermogen en gaat het goed. Het zou toch zonde zijn als die nieuwe auto beschadigd raakt.
Vlak voor het park krijgen we wegwerkzaamheden. Er staat een ouderwetse Flagman het verkeer tegen te houden. Het duurt en het duurt, maar uiteindelijk zien we auto’s van de andere kant komen. Er rijdt een Pilotcar voorop, die laat zien waar je moet rijden. Het is namelijk hogere wiskunde als er maar een rijstrook beschikbaar is. Dan moet men de weg wijzen.
Eindelijk rijden we het park binnen. We rijden ook hier eerst naar het einde van de Rim, zodat we op de terugweg alle uitzichtpunten aan kunnen doen.
De uitzichten zijn zo spectaculair dat het niet in woorden is uit te drukken. De enorme kliffen zijn zo hoog dat ik blij dat ik geen hoogtevrees heb. Heb je dat wel, dan is dit park niet echt een aanrader.
Rond half 5 zijn we verzadigd, zijn we de wind die langs raast zat en gaan we op weg naar Gunnison. Zodra we het park uit komen, kunnen we achteraan sluiten in de rij. De wegwerkzaamheden zijn nog niet voorbij en we staan weer een tijd te wachten tot we naar beneden kunnen rijden.
Daarna gaat het vlotjes. We moeten nog iets meer dan een uur rijden en dat gaat van een leien dakje. Het lijkt wel alsof we de enigen zijn die op weg zijn naar Gunnison.
Als we bij het hotel aan komen, checken we weer in en brengen de spullen naar de kamer. We nemen een kijkje in Main Street en zien daar wel een aantal gezellige restaurants. Maar voor vanavond besluiten we om te gaan eten bij Sherpas Café, aan de overkant van het hotel.