Redelijk op tijd zijn we vanmorgen de deur uit. We gaan op weg naar Guadeloupe Mountain National Park in Texas. Toch nog wel een stukje rijden vanaf Artesia, maar dat wisten we van te voren. De dichtstbijzijnde plaats is Carlsbad, maar de hotel prijzen daar zijn niet leuk meer te noemen. Een aantal jaren geleden is er in het gebied rondom Carlsbad olie gevonden en daar plukken ze duidelijk de vruchten van. Ze hebben natuurlijk groot gelijk, maar wij vonden het veels te duur.
Als we bij het park aan komen, blijkt dat het eigenlijk te laat is voor de hike die we wilden doen, Guadeloupe Peak, de trail met een hoogteverschil van bijna 3.000 feet en de trail waar we in 2015 moesten afhaken wegens zwaar onweer. Vandaag is het helder weer, maar ook erg warm.
Monique vindt het te laat om nog te gaan lopen, maar ik denk dat we het prima gaan redden. Vorig jaar hebben we Observation Point in Zion NP gelopen en dat zeer ruim binnen de tijd die men er voor schrijft. Maar ik merk aan Monique dat ze het niet prettig vindt. Aangezien alleen gaan geen optie is, daar is de trail te lang voor, besluiten we de Peak te laten voor wat ie is. Wel jammer, maar gezien de warmte misschien wel de beste beslissing. Daar ben ik op dat moment nog niet over uit.
We rijden naar een ander deel van het park, McKittrick Canyon, om daar de trail te gaan lopen. Als we bezig zijn met het vullen van de waterzakken en flessen, komt de ranger aangewandeld. Hij vraagt of we een lange trail gaan lopen en ik zeg dat we lang genoeg gaan om te zorgen voor voldoende water. Hij vraagt of ik een betaalbewijs heb en die heb ik, de National Parks Pass die nog 3 dagen geldig is. Ik leg ‘m op het dashboard en ga verder.
Als we klaar zijn, beginnen we aan de trail. De verwachting is dat we zo’n 10 kilometer zullen lopen. We worden gewaarschuwd dat we hier niet op Central Tijdzone zitten, maar op Mountain. Ik kijk op mijn telefoon en zie daar 2 verschillende tijden. Echt heel raar om te zien.
We beginnen met lopen en al snel word ik herinnerd aan het grote nadeel in dit park. De kiezelstenen waar je overheen loopt. Het zijn niet van die lieve kleine steentjes. Nee, het zijn van die kiezels die continu wegrollen. Maar goed, niets aan te doen en we lopen door. Zo nu en dan lopen we door de rivierbedding waar zo te zien al heel lang geen water in heeft gestaan. Op andere plekken moeten we juist via stenen naar de overkant lopen, springen, hoppen om droge voeten te houden.
Al met al is het een leuke trail en als we bij Pratt cabin komen, stoppen we daar om een energie reep te eten. De Pratt cabin is in 1930 gebouwd door William Pratt. Hij was in dienst bij een van de grootste oliemaatschappijen van Amerika, maar hij kwam niet om naar olie te zoeken, hij kwam door iemand die hem had verteld over de mooie omgeving van Guadeloupe.
Toen hij de cabin liet bouwen, stroomde er nog een beek door et gebied, maar na een overstroming in de jaren 60, is de beek onder de grond verdwenen.
William Prat heeft er nog wel een aantal jaren gewoond, maar is uiteindelijk verhuisd naar Phoenix in verband met gezondheidsproblemen. Hij heeft alle grond, zo’n 5.000 acres gedoneerd aan het Nationale Park. Het is ook een schitterend stukje.
We lopen nog een stuk verder, maar na zo’n 5 kilometer draaien we om. Het is genoeg voor vandaag. Het is ongelooflijk warm in het dal en er is nauwelijks schaduw. Langzaamaan komen we weer dichter bij het visitor center en als we op het bankje neerstorten, komt de ranger weer aangewandeld. We maken nog een praatje en hij vertelt nog wat meer interessante feitjes over de familie Pratt en de familie Hunter die ook een groot stuk land hebben gedoneerd aan het park. Hij vertelt ook dat de beste tijd om met deze warmte Guadeloupe Peak te lopen, is om om 6 uur te beginnen aan de trail. Anders wordt het veel te warm. Goed om te weten voor de volgende keer.
Dan gaan we weer op weg naar Carlsbad. Het plan om de vleermuizen vlucht te gaan bekijken laten we schieten. Dat duurt nog te lang voordat dat begint. We hebben geen zin om daar 2 uur op te wachten.
In Carlsbad besluiten we om vast een hapje te gaan eten. Dat doen we bij The Lucky Bull. Maar allemachtig! Wat duurt het hier allemaal lang. Dat zijn we niet gewend. We eten overigens wel lekker.
Daarna rijden we in het donker terug naar Artesia. We zien wel wat bewolking, maar eigenlijk niet genoeg voor de regen die ineens naar beneden komt vallen. Ook zien we een enorm onweer om ons heen. Terwijl ik mijn ogen op de weg gericht houd, vertelt Monique wat voor lichtflitsen ze allemaal om ons heen ziet.
Als we terug komen bij het hotel ploffen we neer en doen niets meer.