We vertrekken vandaag uit Tucson, een stad die ons verrast heeft. We hebben het hier prima naar ons zin gehad en langzamerhand begint een nieuwe route zich in mijn hoofd te vormen. We zullen zien of en wanneer we hier weer terug komen. Ik heb zo het gevoel dat dat dit keer geen 10 jaar gaat duren.
Maar first things first. Voor we vertrekken hebben we nog iets anders te doen. We gaan vandaag de Boneyard tour doen, oftewel het vliegtuig kerkhof van de Amerikaanse luchtmacht bezoeken. We weten al dat niet alle vliegtuigen die hier liggen uit de roulatie zijn (dat hebben we namelijk gelezen op de website), maar daar zullen we zeker van alles over gaan horen.
Ruim op tijd vertrekken we, want met het verkeer hier weet je maar nooit. Maar alsof de duivel er mee speelt, staan we een half uur later bij het Pima Air & Space Museum. In het museum gaan we ons melden bij de kassa. Hier worden de paspoorten gecontroleerd en krijgen we een kaartje waarop staat dat we met de tour van 11 uur mee mogen.
Toen Monique kaartjes ging boeken voor deze tour, moest ze eerst een stuk of 6 pagina’s met informatie insturen. Persoonlijke informatie, paspoortinformatie, etc. Alles wilde men weten. Toen ze dat allemaal had ingevuld, kregen we na een paar dagen een verzoek om aanvullende informatie. We snapten niet zo goed waar dit allemaal voor nodig was.
Maar voor het zover is, hebben we wat tijd te doden, dus gaan we vliegtuigen kijken in het museum. We lopen een va de hangars binnen en worden aangesproken door een medewerker die volgens mij de Tweede Wereldoorlog nog heeft meegemaakt. Hij vraagt waar we vandaan komen en zegt daarna dat het museum ook Nederlandse vliegtuigen heeft staan.
Als het tijd wordt om naar de bus te lopen voor de AMARG tour, zoals de tour officieel heet, heb ik geen Nederlandse vliegtuigen gezien. Maar ik ben er ook niet naar op zoek geweest.
We stappen in de bus, nadat onze paspoorten weer zijn gecontroleerd en gaan op weg. Nu pas komen we erachter dat we over de basis moeten rijden om bij de Boneyard te komen. Een ‘aha’ moment. Vandaar al die scherpe controles. Op dat moment weten we nog niet van de poppenkast die gaat plaatsvinden.
Het duurt een kwartiertje, maar dan komen we bij de basis. Onze gids, Claude (zelf veteraan) stapt uit en gaat informeren hoe men ons wil controleren. Als Claude terug komt van zijn gesprek met een heel belangrijke luchtmacht meneer (en ja, mijn sarcasme modus staat aan!), vertelt Claude dat we allemaal uit moeten stappen, onze ID’s moeten afgeven aan een andere heel belangrijke luchtmacht meneer en dan onder de overkapping moeten staan. Braaf als we zijn doen we dat. We verwachten namelijk nogal een controle.
Maar nee! Als we de ID’s hebben afgegeven, gaat weer een andere, nog belangrijkere luchtmacht meneer, een kantoortje in en doet heel theatraal de deur dicht.
Ondertussen legt Claude uit dat er nu eenmaal mensen op de wereld zijn die niet de beste bedoelingen hebben en dat de controles daarom zo grondig zijn.
Na een tijdje komt de belangrijkste luchtmacht meneer weer naar buiten en krijgen we onze ID’s weer terug. Ik vind het een enorme poppenkast en ben nu (een dag later) nog niet gestopt met het rollen met mijn ogen!
We lopen weer terug naar de bus en zien (en horen) dat die ook grondig gecontroleerd wordt. Echt, checkpoint Charlie is er niets bij. Vanaf dit punt mogen we ook geen foto’s maken.
Dan rijden we eindelijk de basis op. Dat is een stad op zich. Ze hebben eigen benzinestations, restaurants, winkels, etc. Het enige waaraan je ziet dat het een basis is, is door de uniformen en doordat alles bruin is. De gebouwen, de straatnaambordjes, echt, alles is bruin.
Eindelijk komen we bij de boneyard. Het eerste deel dat we zien, zijn vliegtuigen die nog in actieve dienst zijn. Oftewel, zij worden nog gebruikt voor onderdelen of kunnen nog ingezet worden als nodig. Deze vliegtuigen worden als het ware gesealed om alle apparatuur te beschermen. Doet men dat niet, dan zijn de vliegtuigen na verloop van tijd niet meer bruikbaar. Alles kan dan worden aangetast door dieren en het weer. Claude praat met een enorme passie over de vliegtuigen en weet enorm veel te vertellen.
De reden waarom de vliegtuigen in Arizona worden gestald, is vanwege het stabiele klimaat. Er zijn hier geen weerextremen en de woestijngrond is keihard waardoor de vliegtuigen ook niet weg kunnen zakken.
Daarna komen we op de daadwerkelijke boneyard. Hier staan alle vliegtuigen die niet meer ingezet zullen worden, maar die wel gebruikt worden voor onderdelen. Voor iedere dollar die wordt uitgegeven aan onderhoud, verdienen ze 11 dollar terug voor de staatskas.
Al met al is het heel interessant om al die weetjes te horen en voordat we het weten, is de tour voorbij. Claude is vreselijk enthousiast, weet veel te vertellen en is ook heel erg uitgelopen.
Terug bij de auto, besluiten we om een hapje te gaan eten, voordat we doorrijden. We gaan weer naar Potbelly (hello, Mediterranean salade) en een klein uurtje later gaan we op weg naar Scottsdale.
De rit naar Scottsdale is niet heel erg interessant. Het duurt nog geen 2 uur voordat we de 101 loop oprijden richting ons laatste hotel.
Als we aankomen, gaat Monique inchecken en daarna gaan we snel op zoek naar onze kamer. Nou ja, kamer. Je kunt het beter een huis noemen. We gaan ons wel vermaken deze dagen.