Om half 6 gaat de wekker af. Monique staat in eerste instantie meteen op, maar duikt even later haar bed weer in. We hebben allebei niet zo goed geslapen. Een half uur later moeten we er toch echt aan geloven. Mijn rugpijn is gelukkig een stuk minder dan gisteren.
Iets voor half 7 loop ik de hotelkamer uit en breng mijn koffer alvast naar de auto. Dan kan ik meteen een lege tas mee nemen, zodat we de spullen uit de koelkast kunnen halen.
Ik vergeet de kamersleutel en zodra ik de deur achter me dicht hoor vallen, denk ik bij mezelf ‘Oeps!’. Ik sta een tijdje te dubben wat te doen, ik heb ook geen telefoon bij me en uiteindelijk zal Monique wel komen kijken. Maar het is koud en ik sta in mijn korte broek.
Ik loop naar de receptie en zeg dat ik mezelf heb buitengesloten. De nachtportier is zo vriendelijk om een nieuwe sleutel aan te maken, zodat ik in ieder geval weer naar binnen kan.
Als ik aan de voorkant het gebouw binnen wil lopen, zie ik Monique aan de andere kant naar buiten wandelen.
Gauw loop ik aan de andere kant weer naar buiten. Ze had inderdaad in de gaten dat ik niet meer naar binnen kon. We leggen de rugzakken, die zij mee heeft genomen, ook al in de auto en lopen dan terug voor de laatste spullen. Je verzamelt wat op zo’n hotelkamer!
Binnen 3 kwartier zitten we in de auto en gaan we de tank volgooien. Daarna rijden we nog snel naar de supermarkt voor ijs, want dat gaan we vandaag wel nodig hebben.
Om 7 uur gaan we eindelijk op weg naar Death Valley National Park.


Death Valley heeft de afgelopen weken enorm veel regenval gehad. Zoveel dat veel wegen in het park zijn weggeslagen en/of zwaar beschadigd zijn.
Dit weten we natuurlijk en we hebben de situatie in eerste instantie goed in de gaten gehouden. Ongeveer 2 weken geleden kreeg ik een bericht van Stovepipe Wells, waar we een nacht hebben geboekt. Ze zijn open, maar veel wegen zijn gesloten.
Op dat moment zagen we op de website alleen dat de CA 190 aan de Oostkant was gesloten. Wij zijn er dus vanuit gegaan dat we ‘gewoon’ via de Mammoth Lakes, Lone Pine, Big Pine, etc. naar Death Valley konden rijden. Gisteravond checkten we de reistijd. Pas toen kregen we via Google Maps de melding dat de weg van de westkant naar het oosten ook was afgesloten.
Ouch! Dat geeft anderhalf uur extra reistijd. Hadden we hier goed inzicht in gehad, dan hadden we Death Valley waarschijnlijk links laten liggen. Letterlijk. Maar gisteren konden we niet meer annuleren, dus we gaan gewoon.
Jammer genoeg is de weg die we nu moeten rijden, via de Nevada kant, ook de meest saaie route. Er is gewoon niets te zien. Dor en droog. Op een gegeven moment rijden we langs een gigantisch meer, maar het ziet er niet zo uitnodigend uit allemaal. Wel zien we heel veel campgrounds, dus het zal toch wel wat hebben.

Kilometers verderop zien we iets wat lijkt op barakken. Zijn het huizen? Ze vallen bijna niet op in dit landschap, maar als we dichter bij komen, zien we dat geen huizen zijn, maar echt barakken of bunkerachtige gebouwen. Een paar kilometer verderop zien we de eindelijk wat het is. Er blijkt hier een legerbasis te zijn, maar ook de grootste munitie opslagplaats van Amerika. We zien honderden, van wat we nu denken, bunkers. Zowel boven de grond als onder de grond.
Er staat nergens dat je niet mag stoppen of fotograferen, maar allebei hebben we niet de behoefte om te stoppen. We hebben eht idee dat ondanks dat we niets en niemanc zien, dat de boel wel in de gaten gehouden wordt.
Als we bijna op de helft van de reistijd zitten, stoppen we bij de eerste rest area die we tegenkomen. Het ziet er allemaal niet uit, dus we eten snel een broodje en gaan dan weer op pad. Vanaf hier neemt Monique het stuur over, zodat ik even mijn ogen ergens anders op kan laten rusten.
Uiteindelijk komen we bij Tonopah. Een van de wat grotere plaatsen langs deze weg. Hier gooien we de tank nog maar een keer vol. Dan tanken we nog een keer voordat we Death Valley NP in rijden, want de benzine zal daar wel stervensduur zijn.
Langzaamaan komt Death Valley steeds dichterbij. Als we bijna bij Beatty zijn, lopen we wat vertraging op door wegwerkzaamheden. Er staat op het bord dat het kan oplopen tot een half uur, maar na een kwartiertje wachten, kunnen we gaan rijden.
Na een uurtje of 2 neem ik het stuur weer over. Bij Beatty gooien we de tank tot de nok vol en gaan binnen een ijsje halen. Die peuzelen we eerst op, voordat we verder rijden.
We kunnen niet via Beatty rijden, want ook hier is de weg afgesloten door de overstromingen en schade van de afgelopen periode.
We rijden weer verder en komen vlak voor de afslag naar het park weer bij wegwerkzaamheden. Hier staan we wel lang te wachten, maar uiteindelijk kunnen we ook hier verder rijden.
Na een paar mijl slaan we af en laten de Pilot car achter ons. Volgens Google maps is het nu nog zo’n 2 uur rijden. Totdat we naar een weg worden gestuurd die a. is afgesloten en b. een of ander karrespoor blijkt te zijn. Dat gaan we niet doen.

Terug naar de weg waar ik eigenlijk wilde afslaan, totdat Monique zei dat ik nog een mijl moest doorrijden. We rijden terug en nu pikt Google de juiste weg op. Meteen schiet ook de reistijd naar nog zo’n 45 minuten. Dat scheelt even, want het was nog 2 uur.
Bij het welkomstbord stoppen we natuurlijk weer. We hebben namelijk nog niet genoeg foto’s van het bord van Death Valley. We zijn niet van plan heel veel te doen vandaag. Death Valley was voor ons alleen een overnachtingsplaats dit keer.
We rijden voorbij Dante’s Peak en Zabriskie Point. We zien het puin naast de weg liggen en veel wegen en paden zijn afgesloten. We vinden het ook uitermate rustig in het park, maar dat is natuurlijk niet zo gek.
We rijden langs Furnace Creek, maar stoppen vervolgens nog een paar keer langs de weg en bij de Sand Dunes.
De temperatuur loopt inmiddels op naar 107 graden Fahrenheit. De telefoons geven 41 graden aan. Wandelen doen we dus maar even niet. Het is uit de auto, foto maken en meteen weer in de auto.

Eindelijk komen we aan bij Stovepipe Wells. We gaan inchecken, droppen de bagage op de kamer, trekken badkleding aan en gaan zwemmen! Heerlijk!
Daarna zoeken we de kamer weer op, drinken een drankje (buiten zitten is er niet bij, we zitten vol in de zon) en gaan daarna een hapje eten in het restaurant, oftewel de Saloon.